iemands handen jeuken


iemands handen jeuken 1.0

in het algemeen: een haast onbewingbare neiging hebben om in actie te komen, iets te doen, iets te zeggen e.d.; een innerlijke drang voelen om iets te doen; heel veel zin hebben om ergens aan te beginnen
Frequent aangetroffen. In het zinsverband vaak ook verbonden met het werkwoord beginnen.

Algemene voorbeelden


Op het verweer van Braam dat in de catering vaak geen normaal overleg met de chefs mogelijk is, is het antwoord: "Ik moet de procedure volgen." Zijn handen jeuken, zegt hij, "maar ik kan niets doen."

NRC,

Op het moment dat die zijn bedrijf achter zich wilde laten in verband met het bereiken van de 65-jarige leeftijd, vond Harm dat hij nog niet toe was aan het leiden van een eigen bedrijf. De handen van beide heren begonnen uiteindelijk toch te jeuken. Auke en Harm waren al jaren actief als klussers bij familie en kennissen.

Meppeler Courant,

Ik had zin om dat alpinopetje van haar keurige kapsel te trekken en het te vertrappen. Mijn handen jeukten.

Bas, Annie Van Keymeulen,

'Ik zou graag je badkamer schoonmaken.' Henri was even stil. 'Niet schoon.' ' Niet echt, nee.' 'Nou, als je handen jeuken, als je zo nodig poetsen moet – ga je gang.'

Hokwerda's kind, Oek de Jong,

O, de verleiding om even snel in een van de jaszakken te kijken, misschien vind ik een rijbewijs of envelop met zijn echte naam. Mijn handen jeuken.

De garderobier, Donald Niedekker,

Men versta mij goed: ik wil deze Schillebeken en Zeeuwen en Van der Paarden en hoe zij verder mogen heten geenszins in Veenhuizen stoppen, ook al jeuken mijn handen, en een minimumloon of laten wij zeggen 80% daarvan mogen ze wat mij betreft best hebben, maar hen als martelaars te vereren, ik geloof dat zelfs Erasmus in zijn Lof der zotheid nog niet op dat idee is gekomen.

Requiem voor een vriend, J.J. Voskuil,

Stiekem begluurde ik haar en dankte de goden voor haar bestaan. Maar nooit heb ik haar aangeraakt, met geen vinger. Al jeukten mijn handen en hadden de goden ons even tegen elkaar aan laten botsen op weg hierheen.

In liefdes naam, Greta Seghers,

De voornaamste taak van het bedrijf in Nederland ziet Toering in het 'beter benutten van de bestaande netwerken' van de kabelbedrijven, zoals UPC en Versatel. Zijn handen jeuken als hij ziet hoe weinig zij nog doen met hun bezit.

Haagsche Courant,

Moeheid is een zeer algemeen voorkomende klacht en toch zijn er maar weinig dokters die er eens lekker voor gaan zitten. De handen van de dokter jeuken bij te verwijderen atheromen, het reddersgevoel schiet te hulp bij angststoornissen, zorgzaamheid bij chronische aandoeningen, maar moeheid veroorzaakt veelal een diepe zucht: 'Daar heb je er weer een.'

http://www.in.nl/sites/me-cvs/scripties/HUISARTS.001,

Op het moment dat die zijn bedrijf achter zich wilde laten in verband met het bereiken van de 65-jarige leeftijd, vond Harm dat hij nog niet toe was aan het leiden van een eigen bedrijf. De handen van beide heren begonnen uiteindelijk toch te jeuken. Auke en Harm waren al jaren actief als klussers bij familie en kennissen.

Meppeler Courant,

Combinatiemogelijkheden


met bijwoord


  • mijn handen jeuken even
  • mijn handen jeuken niet

Naast de deur die naar de speelplaats leidt, staat de handbel op de vensterbank. Wat een opluchting moet dat zijn als die door de gangen klinkt en de speeltijd aankondigt. Het zal het sein zijn waarop achtentwintig voetjes de strengheid van deze statige gang doorbreken. Even jeuken mijn handen maar ze zouden het vast niet begrijpen als ik zoiets deed. Dus blijf ik nog maar zitten, hoewel ik reeds lang stijf gezeten ben.

Die kleine dingen, Helene Hemelaers,

'Mis je het niet, de levendigheid van die disco's?' informeert Snetlage. 'Daar gebeurt het toch allemaal, in de weekends?' Hij haalt zijn schouders op. 'Ik ga nog wel eens bij mijn broers kijken, maar mijn handen jeuken niet. Ik ga nog wel eens bij mijn broers kijken, maar mijn handen jeuken niet.'

Dossier vrouwenhandel, Ed van Eeden,

met voorzetselgroep


Voorzetsel: om

  • mijn handen jeukten om (iets te doen)
  • haar handen jeukten om (iets te doen)
  • zijn handen jeuken om (iets te doen)
  • wier handen jeuken om (iets te doen)

Hij zat daar en vertelde hoeveel pijn hij had en ik had daar zelf pijn, om hem, maar mocht daar niets van zeggen, en mijn handen jeukten om hem te troosten - maar ik mocht hem niet meer aanraken.

Het binnenste ei, Hannes Meinkema,

Bij zowat elk van de 31 beelden op de verrukkende Karelsbrug stond of zat de volgende dag een schoolklas, en natuurlijk ook bij Smetana. Die is overigens zo opgesteld dat hij zijn eigen Moldau net niet goed kan zien - mijn handen jeukten om hem een kwartslag om te draaien.

NRC,

'Waarom maak je die wagen niet schoon,' riep ze weleens en haar handen jeukten om aan de slag te gaan, maar ze was blij dat hij het niet deed.

Hokwerda's kind, Oek de Jong,

Zijn handen jeuken alleen maar om het koordje van een kindercapucon te strikken en er een warme sjaal omheen te knopen. Hij hunkert ernaar een nog blanco koppie uit te leggen hoe het zit met eb en vloed, de rechtspraak in het oude Rome en het Geluk.

Zonder genade, Renate Dorrestein,

Inwoners van de gemeente de Wijk, wier handen jeuken om zelf te gaan composteren, krijgen hun zin. Het gemeentebestuur is namelijk van plan die mensen een compostvat te verstrekken tegen een vergoeding van vijfentwintig gulden.

Meppeler Courant,

iemands handen jeuken 2.0

in het bijzonder: de sterk neiging hebben, de drang voelen opkomen om iemand te slaan, om iemand een klap te verkopen; de aandrang hebben om gewelddadig op te treden, om geweld te gebruiken

Algemene voorbeelden


Daarom tel ik tegenwoordig tot tien als ik m'n handen weer eens voel jeuken en zet m'n kind even apart zodat hij en ik tot bedaren komen. Daarna kunnen we er vaak rustig over praten en is er, tot beider tevredenheid, geen klap aan te pas gekomen.

NRC,

'Hou je in stilte bezig, ik ga Tuba op z'n muil timmeren als hij te veel praatjes heeft, de jan mijn kloten.' [...]. 'Ik geef je wel een seintje als ik je nodig heb.' 'M'n handen jeuken al, meneer Guggenheimer.'

Uitgeverij Guggenheimer, Herman Brusselmans,

Langzaam beginnen mijn handen te jeuken. Ik zou hem zo een flèr willen geven, wat denkt ie wel. Ik doe toch mijn best. Ik beheers me, niet opgeven, laat hem niet wegglippen.

NRC,

Maar mevrouwtje had haar zusje ontdaan van kleertjes en luier, het matras van het ledikantje bovenop haar zusje gelegd en gebruikte haar en het matras als luchtkussen. Op dat moment kon ik haar dus wel achter het granol plakken en jeukten mijn handen. Gelukkig heeft ze hier geen verdere trauma's of schade aan ondervonden.

http://www.ouders.nl/xinz9905.htm